Olfa Elsdonk tweede leerjaar
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Jullie krijgen een 10-tal vragen, die jullie moeten beantwoorden.

Dat kan uit het hoofd, maar jullie mogen ook evt. hulpmiddelen gebruiken. Die moeten jullie dan wel van de juf of meester van tevoren gekregen hebben !

Wanneer het antwoord goed is, krijg je een woord. Zet voor de eindopdracht de woorden die je gekregen hebt in een goede zin. Deze zin is dan het eindwachtwoord !

 

Veel succes !

In welke maand begint de herfst? 

Antwoord 1
Wachtwoord

Welke kledij draag je niet in de herfst?
(Advertentie)
Antwoord 2 (schrijf de kleine letter in het vakje)
Wachtwoord

key

Vraag het kruiswoordraadsel aan de juf/meester. 

 

Welk woord zit er verstopt in de grijze kader? 

Antwoord 3
Wachtwoord

key
Vraag 4 : In welke maand begint de herfst in het zuidelijk halfrond?
(Advertentie)
Antwoord 4
Wachtwoord

key
Vraag 5 : In welke maand begint de wintertijd? Zoek in de tekst bij ' de dagen worden korter.'.
Antwoord 5
Wachtwoord

key
Welke feestdag hoort NIET bij de herfst?
(Advertentie)
Antwoord 6
Wachtwoord

key
Vraag 7 : Welke boom vind je bij een vliegenzwam?
Antwoord 7
Wachtwoord

key

Ik ken een heel klein stoeltje. Je ziet het in het bos. 

Het staat daar onder de bomen of tussen het groene mos. 

Het heeft de mooiste kleuren en vaak is het heel klein.

Nou, wat zou dat wezen, wat voor stoeltje zou dat zijn? 

 

Marleen Lam

Antwoord 8
Wachtwoord

key
(Advertentie)
(Advertentie)

Vraag het blad aan de juf/meester. 

 

Welke letters blijven er over? Welk woord vormen ze? 

Antwoord 9
Wachtwoord

Bij de laatste box ga je alle gevonden woorden samen invullen zoals een zin. 

Pas dan hebben jullie de escape room gewonnen! 

Succes!

Eind wachtwoord
Wachtwoord

key